Soms rijd ik op tijdstippen op straat dat kinderen gaan sporten, of terugkomen van sport. Van die hockeymeisjes, vooral. Ik heb niks tegen hockey, ik heb het vroeger ook gedaan. Nou ja, één jaar maar, totdat ik m’n been brak tijdens het voetballen op een strand. Maar zo saai en voorspelbaar dat hockeymeisjes zijn, het is echt ongelooflijk.
Nee, dan het voetbaljongetje dat voor mij uit fietste, een jaar of acht. Oké, voetbaljongetjes zijn ook vaak voorspelbaar en saai. Maar deze liet achteloos zo’n perfect kunstje zien, dat ik even dacht, was dat maar mijn zoontje. Wat praktisch onmogelijk is, want het was een heel donker jongetje. Hij reed swingend op zijn fiets, alsof hij reggae op zijn oortjes had, maar volgens mij had hij helemaal geen muziek op.
Zijn schoenveter zat los.
Toen hij dat merkte strikte hij in een oogwenk de veters, terwijl hij gewoon doorreed! Daarna sloeg hij linksaf waar ik rechtdoor moest.