Kleine kinderen hebben geen vooroordelen. Kinderen zíen niet eens of een meisje bij hen in de klas Turks is, of Marokkaans. Of joods. Of Chinees. Toen ik op de lagere school zat was er een kind bij ons in de klas, ze heette Hulya. Er zat er een die heette Layanah. Een jongen heette Avram. En er zat een meisje bij ons in de klas, Limei.
Wij zagen niks bijzonders aan onze klasgenoten. Hun namen waren wel bijzonder, maar daar verbond je geen conclusies aan, laat staan vooroordelen. Dat Limei er anders uitzag, dat registreerde je niet eens. Wel dat ze anders rook overigens, ze rook altijd naar Chinees eten. Wat niet zo raar is als je je een slag in de rondte moet werken in het restaurant van je ouders. Er waren trouwens ook Nederlandse kinderen die soms een dubieuze geur bij zich droegen…
Er zaten ook gewoon Nederlandse kinderen in de klas met bijzondere namen, bijvoorbeeld Tiago. Of Robin, het was een meisje, maar het kon ook een jongen zijn, uit de naam kon je dat niet afleiden. En een knul die heette Michael, maar je moest dat uitspreken als Miga El. Maar verder gewoon kinderen dus. Waarbij wel gezegd moet worden dat Layanah een gemeen kreng was. Ze eiste dat ik mee naar huis liep met haar, als ik dat niet deed dan sloeg ze. Of ze kneep. Zal wel niet genoeg aandacht krijgen thuis.
Haar huis was halverwege het mijne, dus na die halve, afschuwelijke weg met Layanah, had ik nog een helft te gaan, waar ik aan het eind nogal eens werd opgewacht door een ander kreng, – waar ik via een vriendinnetje de naam van te weten ben gekomen: Kitty. Wij noemden haar Kutty. Zij sloeg ook.
Soms liep ik een enorme omweg om de kans Kutty tegen te komen verwaarloosbaar klein te maken, alleen die omweg was dusdanig lang dat mijn moeder altijd zei dat ik weer ‘veels’ teveel had getreuzeld onderweg.
Ik probeer nog steeds geen vooroordelen te hebben, maar dat mislukt keer op keer. Grote mensen zijn gewoon voorgeprogrammeerd om vooroordelen te hebben. Het gaat echt aan de lopende band:
Zit je in de auto, rijdt er een treuzelaar voor je. Het zal wel weer een vrouw zijn.
Valt de stroom uit in je kantoor. Het zullen wel weer die jongens van hiernaast zijn die lopen te kloten met snoeren.
De gast bij Gamma met z’n hand in het verband. Toch niet zo’n handige Harry.
Die vrouw bij de Jumbo met bonbons in haar karretje. Etc.
Zo zat ik van de week in de sauna, het was er bloedheet. Maar dan ook echt. De thermometer wees rond de 95 graden Celsius, terwijl tachtig de standaard is. Er was al iemand binnen, het was een Koreaan (dat wist ik toevallig). Na tien minuten hield ik het al bijna niet meer vol en ging zuchtend en steunend zitten, maar hij lag nog met een vredige blik naar het houten plafond te staren. Ja, hij is die hitte natuurlijk gewend daar in dat Korea.
Pardon? Je weet niet eens hoelang hij al in Nederland woont, of hij uberhaupt wel is geboren in Korea, je weet niet eens of het wel zo’n warm klimaat heeft, dat Korea.
En dan nu weer in Amsterdam. Een gesloten standje, een eetstandje. Zal wel komen door dat Corona virus. Ze verkochten zeker vleermuizensoep. Nee! Het is gewoon alleen vandaag gesloten. Vanwege dat die meneer, de uitbater, bijvoorbeeld, naar een… eh… begrafenis moest? Oh? Iemand gestorven aan het Corona virus?
Zucht.
| de namen van mijn klasgenoten zijn vanwege privacy veranderd.