Gisteren viel er een traan op het orgel.
Het was mijn traan.
Het was zo’n orgel waar ze van die kerkmuziek op spelen.
Maar het was niet in een kerk, het was in een rouwcentrum.
Ik was bij een begrafenis van iemand die ik maar één keer eerder had gezien.
Je kan je afvragen waarom ik tranen laat bij een begrafenis van iemand die ik maar één keer heb ontmoet.
Natuurlijk was het een lieve vrouw, natuurlijk zal zij enorm gemist worden, natuurlijk is zij veel te vroeg gestorven.
Dat geldt voor iedereen, maar voor haar toch wel in het bijzonder. Daar kwam ik achter toen ik in de overvolle zaal, staande op het orgel, luisterde naar de emotionele toespraken.
Voor de dienst was afgelopen was mijn traan opgedroogd, slechts een minuscuul wit waasje achterlatend.
Ik denk niet dat het orgel heel vaak met een lapje wordt afgenomen.
Eén ontmoeting. Eén traan, voorgoed achtergebleven in het rouwcentrum.