Ik heb stijl haar. Bepaald geen mooi haar ook, vind ik zelf.
Mijn haar is zo dun dat als het gewassen is het alle kanten op springt van statische energie. Als ik een trui over mijn hoofd trek hoor je het knetteren en vliegen de vonkjes in het rond. Is het donker, dan zie je de vonkjes ook.
Eigenlijk heb ik altijd een bad-hair-day. Een bad-hair-life kan je beter zeggen. Een paardenstaart is voor mij niet weggelegd.
Dus ga ik af en toe naar de manege en loop dan stiekem de paardenstallen in. Als je met een cap in je hand loopt is er geen hond die denkt dat je daar niet hoort. Zo’n cap kan je voor minder dan een tientje kopen in een kringloopwinkel. En dat heb ik er wel voor over. De paarden die aai ik dan, maar eerst maak ik een hele lange, dikke vlecht in hun staart.
Niemand heeft het door. Je hoort alleen af en toe een opgetogen hinnikje. Maar onduidelijk is van wie dat afkomstig is.